Knolzijdeplant -Asclepias tuberosa -
Maagdenpalmfamilie - Apocynaceae |
Drachtplant, hommelplant, vlinderplant |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juni - augustus |
Bloem: bloem oranje rood-oranje geel, bloeiwijze schermvormig |
Blad: blad langwerpig en tegenoverstaand |
Vrucht: een dubbele kokervrucht |
Overige: plant duidelijk behaard |
Hoogte: 0,6-0,8 |
Opmerking: wortelstok knolvormig |
De plant lijkt veel op Asclepias curassavica maar onderscheidt zich door de veel sterkere beharing en de knolvormige wortelstok. |
|
|
|
Milieu en groeiplaats: min of meer droge tot vochthoudende, matig voedselrijk, zandige, maar lemige bodems; zonnig- lichte schaduw; zeer gevoelig voor vorst en winternatte bodems. |
Herkomst: Verenigde Staten; groeit daar in vrij droge grazige vegetaties. |
Toepassing: Tuinen, botanische tuinen. |
Beheer: als vaste plant beheren. |
Dracht: nectar. Indicatie voor dracht: code 3-4. |
|
Plaat - (bron plaat: http://www.swsbm.com) |
|
|
Bloeiwijze - |
|
|
Plant en bloeiwijze - |
|
|
Blad en stengel - (auteur foto zie:
http://en.wikipedia.org/wiki/User:Ram-Man) |
|
|